Noord-Holland, rijk bedeeld met gastronomie

NOORD-HOLLAND is 2662 km² groot, met water erbij zelfs dik vierduizend km², en er wonen circa drie miljoen mensen. De hoofdstad is Haarlem. De provincie is rijk bedeeld met gastronomie: alleen al Amsterdam kent een bijna ontelbaar arsenaal aan top- en gewone eethuizen en elke dag lijken er nieuwe bij te komen. Daarnaast kent die stad een subcultuur van, zeg maar, zwart geschilderde kelderboxen met crisismeubilair en ‘wereldvoedsel’ waar vooral toeristen aanschuiven.

Noord Holland heeft enkele districten met een eigen identiteit en cultuur: Kennemerland, West Friesland-De Kop, Waterland, Zaanstreek en Gooi- en Vechtstreek. In totaal bevinden zich daar 45 gemeenten. Oorspronkelijk vormden Noord- en Zuid-Holland één graafschap binnen het Heilige Roomse Rijk. Het kwam in 1346 onder bewind van het huis van Beieren, daarna onder de Bourgondiërs en ten tijde van keizer Karel V maakte Holland deel uit van de Zeventien Provinciën. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog speelde Holland een belangrijke rol in het verzet tegen de Spanjaarden en na de Unie van Utrecht in 1579 werd Holland een deel van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Pas na de Franse tijd (in 1840) werden Noord- en Zuid-Holland gescheiden.

Noord-Holland heeft steden en dorpen, duinpaden en startbanen, polders en vinexwijken, wallen en kerken en ook het culinaire aanbod is divers: van Vlaams tot Turks, van Frans tot Iers, van Hollands tot Pools, van Levantijns tot Creools. De toeristische attracties zijn, na Amsterdam, Volendam en Texel, de Zaanse Schans, het Muiderslot, de kaasmarkt van Alkmaar, de Beverwijkse Bazaar, luchthaven Schiphol, het Zuiderzeemuseum, Zandvoort en de andere stranden en duinen, en het Nationaal Park Zuid-Kennemerland.