Friesland, van IJsselmeer tot Waddenzee

Friesland kent met zijn 3.336 km2 land plus 2.414 km2 water het grootste provincie-oppervlak van Nederland. Zo’n 660.000 Friezen, van wie circa 110.000 in de hoofdstad Leeuwarden, spreken twee talen, kunnen zwemmen, schaatsen, zeilen en recreëren langs een kustlijn van het IJsselmeer tot en met de Waddenzee.

Ruim 14.000 jaar geleden namen rondtrekkende jagers-verzamelaars bezit van dit lage land, duizend jaar daarna wierpen hun nazaten terpen op tegen het wassende water. Later werd Friesland een koninkrijk dat uitdijde van het kunstgebied van Noord-Duitsland tot dat van Noord-Frankrijk. In de middeleeuwen viel het uiteen in Zeeland, Holland en Friesland en in 1997 werd de officiële naam van de provincie veranderd in Fryslân.

Er is veel te zien en beleven. De meren en de Elfstedentocht (per schaats, fiets, auto of benenwagen). En in Leeuwarden het Fries Museum en de ‘Love Fountain’ voor het station. Franeker heeft het Koninklijk Planetarium dat op de Werelderfgoedlijst van Unesco staat. Ook op die lijst staat het Woudagemaal bij Lemmer. Verder zijn er ’t Fiskershúske in het dorp Moddergat, de Afsluitdijk, de historische Waterpoort van Sneek, de Wadden en de Friese Nationale parken.

En uitstekende restaurants. In Beetsterzwaag scoort De Heeren van Harinxma, in Harlingen doet ’t Havenmantsje dat en in restaurant élevé dineer je met uitzicht. Meer keus bieden de hoofdstad en de eilanden.


Friesland Casper van Dort Friesland Casper van Dort

’t Jagertje

We eten er paling uit het Sneekermeer, gevangen en gerookt door een lokale visser. Zo hoort dat in Friesland. En in ’t Jagertje in Langweer. De vis warm opgediend met wilde perzik, krokant van dille, radijs en limoenmayonaise. Heerlijk.

Mooi dorp trouwens, pal aan de Langweerder Wielen. ’t Jagertje ligt er aan de kleine hoofdstraat met lindebomen en Anton Pieck-geveltjes met ruitjesramen. Bij de oude kerk en het begraafplaatsje. In de zomer wemelt het hier van de toeristen.

Meer lezen